DE SLAGERSVROUW

Het is altijd wennen wanneer je uit het gehaaste en drukke Nederland komt en een franse dorpswinkel binnen stapt.
In Frankrijk bestaat nog de merkwaardige gewoonte met een cheque te betalen. Je moet er niet gek van opkijken als dit betaalmiddel voor het kopen van een enkel brood wordt gebruikt. Dit zorgt vaak voor veel oponthoud. Cheque uit de tas, pen zoeken, leesbril zoeken, de cheque invullen die daarna door een apparaat wordt gedraaid, waarna vaak blijkt dat de cheque niet getekend is. De cheque alsnog tekenen, weer door het apparaat enz. Daarbij wordt elke handeling op zijn beurt weer onderbroken door een opmerking, die betrekking heeft op de betreffende handeling en een kleine opmerking kan al weer gauw aanleiding zijn tot een uitgebreid gesprek.
Zoveel haast als de Fransen op de weg hebben, zoveel tijd hebben ze in de winkel. Zelf heb ik wel eens meegemaakt, dat een Fransman me op een smal bospad door een nogal opdringerig gedrag te kennen gaf, dat hij me toch wel erg graag wilde passeren. Toen ik hem daartoe de gelegenheid had gegeven, trof ik hem een klein stukje verderop handenschuddend met een paar bosarbeiders aan. Even later deed zich dezelfde situatie voor en kleefde hij weer aan mijn bumper; kennelijk ten prooi aan vreselijke haast.
In de winkels echter gaat het er allemaal heel anders aan toe. De gesprekken slepen zich voort en niemand trekt zich er wat van aan of er nog iemand staat te wachten. Als je opgelucht denkt dat je voorganger het gesprek beëindigd heeft en al bij de deur staat, kan het zo maar gebeuren dat ze weer terug keren en een geheel nieuw onderwerp aanboren.
Eerst dacht ik dat het er mee te maken had dat ik een buitenlander was en toch wel alle tijd zou hebben, omdat ik met vakantie zou zijn, maar toen ik bij de slagerij in ons dorp voorzichtig informeerde naar de gezondheid van de slagersvrouw werd ik even zo uitgebreid bijgepraat alsof ik een ingezetene was,
Nee, het ging allemaal niet zo goed. Reuma hè. Ja, dat komt natuurlijk van de hele dag werken met dat koude vlees dat door je handen gaat. Koelcel in, koelcel uit. Wat dat betreft was ze blij dat ze binnenkort met pensioen kon gaan; dan zou ze ook wat meer tijd aan de kleinkinderen kunnen besteden.
Gelukkig ging ze nu één keer per week naar een kuuroord. Daar kreeg ze warmwaterbaden en een massage. Heerlijk was dat. Ja, daar kwam je echt ontspannen vandaan. De laatste keer was ze in slaap gevallen. De tijd was al lang om, maar ze hadden d’r maar laten liggen.
Voor de rest was er weinig tijd voor ontspanning. Eigenlijk was ze nog nooit ver buiten het dorp geweest; ook nog nooit op vakantie. Tot het afgelopen jaar. Ze hadden er lang over nagedacht en toen, na veel wikken en wegen, toch de winkel maar voor een week gesloten.
Met haar man, zuster en zwager waren ze naar de Middellandse zee gereden. De zee had ze in haar hele leven nog nooit gezien. Het was een prachtige rit er naar toe. De tocht voerde dwars door Frankrijk. Ze had haar ogen uitgekeken. Wat woonde ze toch in een prachtig land. Maar het hoogtepunt moest natuurlijk nog komen. De zee!
Het leek haar zo fantastisch. Natuurlijk had ze hem wel eens op de televisie gezien en op ansichtkaarten maar nog nooit echt. Toen ze er bijna waren, is ze van de zenuwen op haar bril gaan zitten. Helemaal stuk, dus van de zee heeft ze niets gezien, maar het was wel fijn hoor, die zon en zo, en ze was nog tussen haar man en zwager een stukje het water in gelopen.
Al met al was het toch een heerlijke vakantie geweest..............
Toen ik voorzichtig even omkeek, bleek dat het inmiddels aardig druk geworden was in de winkel en heb ik maar gauw afgerekend.

SLAKKEN

 Mijn buurvrouw houdt van slakken. Niet zoals de meeste Fransen met kruidenboter en knoflook als voorgerecht bij een maaltijd. Nee, ze heeft echt een onvoorwaardelijke liefde voor deze, door anderen vaak verafschuwde, diertjes opgevat.
Het was me al eerder opgevallen dat, als ze zich door haar tuin bewoog, ze meestal wat ongemakkelijk liep. Een beetje alsof ze op eieren liep, zal ik maar zeggen.
Soms zag ik haar ook voorzichtig iets oprapen alsof ze iets kostbaars aan het verzamelen was. Soms mompelde ze een beetje in zichzelf, maar het was me lange tijd niet duidelijk wat ze nou eigenlijk precies aan het doen was. Op een dag zag ik haar met een handvol slakken uit de tuin komen en het huis binnen gaan. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en toen ik wat meer op ging letten, bleek dat ze dat elke dag wel een keer deed.
Toen ik haar op een dag met een hand vol slakken tegen het lijf liep, kon ik het niet laten haar te vragen of zij ze misschien op ging eten. Verontwaardigd keek ze me aan. Nee, dat zou ze nooit doen! Slakken zijn zulke lieve intelligente diertjes vertelde ze en ze kunnen met hun kleine "tandjes'' zo gezellig aan je vingers knabbelen.
Maar wat ze er nou precies mee ging doen, wilde ik weten. Nou, dan moest ik maar even mee naar binnen komen, dan zou ze het me laten zien. Op de keukentafel stond een bord met slablaadjes. De slakken werden er voorzichtig bij gezet. De kleine slakjes óp de sla, de grotere iets verder weg, zodat alles eerlijk gedeeld zou worden. Af en toe moest er even ingegrepen worden als een kleintje in de verdrukking dreigde te komen, maar verder verliep de maaltijd rustig.
"Wat ga je er nou straks mee doen?', vroeg ik. ''O,'' zei ze, '' Als ze straks klaar zijn met eten ga ik een stukje met ze wandelen en zet ze op een rustig plekje waar niemand op ze kan trappen en waar voldoende voedsel is ''.
Of het nou kwam dat het ‘s nachts flink geregend had of dat het een andere oorzaak had: de volgende dag leek het of er een klein wondertje was gebeurd. Honderden slakken zaten er rond het raam van de buurvrouw. Toen ik haar er attent op maakte was ze helemaal niet verbaasd. '' Ja, ze geven het aan elkaar door '', zei ze..........
De buurvrouw is inmiddels weer naar Parijs vertrokken. Via E-mail hebben we af en toe contact met elkaar. Laatst vertelde ze vol trots dat ze op haar Parijse balkon nu ook een grote slak had. Hij was met de aarde voor de bloembakken mee gekomen.
Ook stuurde ze een foto mee. Het is inderdaad een flinke jongen, óf meisje, dat laatste moet nog onderzocht worden.........

MILJONAIRS

In Nederland is iedereen inmiddels wel zo'n beetje aan de euro gewend, in Frankrijk, lijkt dat voor sommige mensen nog steeds een probleem te zijn.
Op mijn bankafschriften staat als extra nog steeds vermeld wat mijn saldo in Franse francs is. En ik moet zeggen dat ik deze aanduiding verreweg prefereer, omdat het altijd nog ruim zes keer zo veel is als in Euro’s. Ook in de supermarkten worden de prijzen nog vaak in Euro’s én Franse francs vermeld.
Hoewel het al weer heel wat jaren geleden is dat de muntsoort is afgeschaft, willen oudere Fransen ook nog wel eens in oude Francs rekenen. Vooral als het om grote bedragen gaat, zoals bij de aanschaf van een huis of een auto. Dan blijkt Frankrijk ineens een verbazingwekkend aantal miljonairs als inwoner te hebben.
Van de week ontmoette ik Nicole, een oude vrouw bij ons in het dorp, Ze lag op haar knieën in de stekelige heg voor haar huis. Kennelijk op zoek naar een verloren voorwerp.
Toen ik haar groette, stond ze op. Haar kousen zaten vol gaten en haar knieën en handen waren bebloed.“Wat ze toch aan het zoeken was“, vroeg ik.
” Ja”, zei ze, “Ik wilde mijn stofdoek uitkloppen en toen heb ik per ongeluk mijn gehoorapparaat mee naar buiten gegooid, en dat moet in de heg terecht gekomen zijn”.
Omdat je zo’n oude vrouw toch moeilijk alleen in de heg kan laten rondkruipen, besloot ik haar te helpen.
“Wat voor kleur heeft het apparaat”vroeg ik.
Het antwoord was niet erg bemoedigend, want het apparaat bleek doorzichtig te zijn, en dat maakte het zoeken natuurlijk niet echt makkelijk. Na nog een kwartiertje samen in de heg rond gekropen te hebben, hebben we het zoeken maar opgegeven.
Op mijn vraag wat zo’n apparaat nou nog moest kosten, antwoordde ze: “Drie miljoen Francs.”
Maar gelukkig zou de verzekering in dit geval twee miljoen Francs betalen, maar dan moest ze zelf toch altijd nog één miljoen betalen. Toen ik haar een beetje ongelovig aankeek, haastte ze zich te vertellen dat het hier wel Oude Franse Francs betrof.
Toen ik een paar dagen later weer langs haar huis kwam, riep ze me bij zich. Ze had het gehoorapparaat gevonden. Het was in de keuken onder een mand appels terecht gekomen.

Gelukkig maar… Dat scheelt haar weer een miljoen…

CAMPING

Bij ons in het dorp is een camping.
Op een mooie zomeravond willen we daar nog wel eens op het terrasje gaan zitten. Het leuke van die plek is, dat je daar ‘s avonds, zo tussen zeven en acht uur, een stroom van hoofdzakelijk mannen voorbij ziet komen met afwas teiltjes en/of kinderen in hun armen.
Opvallend is dat die mannen, zonder uitzondering, een bepaalde houding aannemen. Zo van: "Voor mij is dit dagelijks werk", of: "Mijn vrouw doet dit het hele jaar, dus logisch dat ik ook een keer aan de beurt ben".
Achter die façade schuilt vaak een onzekerheid waaruit blijkt, dat ze de emancipatiegolf niet helemaal zonder kleerscheuren te boven zijn gekomen. Door een achteloze houding aan te nemen en luchtig met hun afwas teiltje te zwaaien, proberen ze zo onopvallend mogelijk langs het terrasje te lopen.
Niet zelden heeft dit tot gevolg dat het vaatwerk op de grond klettert. Als er iets gebroken is, moet dat natuurlijk opgeruimd worden. En kan de betreffende man rekenen op, ongewild langdurige, aandacht en de nodige op- en aanmerkingen van de mensen op het terras.
In het geval van kinderen ligt dat natuurlijk wel even anders. Die kun je natuurlijk moeilijk onopvallend meevoeren. Op weg naar de wasplaats is het dan ook zaak te laten zien, hoe leuk je wel met je kinderen bent.
De 'kijk-mij-nou-toch-eens-leuk-bezig-zijn-vaders' zijn hier ruim vertegenwoordigd.
In de verte zie je ze rustig aan komen lopen, maar zodra ze de aandacht van een meer koppig publiek op zich gericht weten, worden ze de leuke vaders. Ze gaan dan gesprekken aan met hun peuter van drie jaar over een onderwerp, waarvoor toch minstens wel het niveau van een middelbare schoolopleiding is vereist.
Intussen kijken ze om zich heen of iedereen het wel hoort, of ze gaan wilde spelletjes met hun kind doen. Het kind verandert dan in een vliegmachine; of de vader wordt een wild dier, dat het kind zogenaamd steeds wil bijten.
Ook het rondslingeren aan de armpjes is heel gewild. Persoonlijk ben ik altijd bang, dat zo’n kind een armpje wordt af gerukt . Dat schijnt gelukkig maar weinig voor te komen.
Wat wel jammer is, is dat die kinderen in zo’n situatie vaak hun eigen vader niet meer herkennen. En als die vreemde man je dan ook nog gaat wassen, is de boot pas echt aan. Een luid gekrijs breekt los, wat in die holle wasruimte nog extra versterkt wordt.
Dit is meestal het moment waarop we tevreden naar huis terugkeren.

HAVENLEED

Wanneer op een warme zomeravond de laatste klanken van het klokgelui van zeven uur zijn weggestorven en er een oorverdovende stilte over het dorp valt, besluiten wij een wandelingetje te maken.
Als echte Hollanders hebben we het eten natuurlijk al op; het is telkens weer wennen, als je een tijdje in Nederland bent geweest om je aan het Franse ritme aan te passen.
Ons dorp ligt aan het Canal de l'Est en het is altijd weer leuk om 's avonds even langs het haventje te lopen waar, vooral zomers, jachtjes van verschillende nationaliteiten aanleggen om de nacht door te brengen. Afhankelijk van het seizoen op de heen of terugweg van de Middellandse zee.
Vanavond is het vrij rustig in de haven. De meeste scheepjes zijn op hun vakantiebestemming en de Fransen zitten aan tafel.
Als we zo langs de haven kuieren, gebeurt er iets bijzonders.
Heel langzaam komen twee schepen naast elkaar onder de brug door drijven. Ze zijn aan elkaar vastgebonden en de een hangt wat schuin tegen de ander.
Heel behoedzaam wordt er aangelegd en na korte tijd komt er een brandweerauto aangereden. Slangen worden uitgerold en in het schuins liggende schip gehangen, dat kennelijk lek is geraakt.
Even later arriveert er nog een auto waar twee mannen uitstappen, waarvan er één in alle rust een duikpak begint aan te trekken. Dit alles gebeurt zonder dat de lome zomeravondstilte wordt verstoord. Alsof je naar een film zit te kijken, waarvan het geluid is weggevallen.
Inmiddels hebben zich wat belangstellenden op de brug verzameld, maar ook hier wordt slechts op gedempte toon van gedachten gewisseld. En ook als de belangstelling is opgelopen tot wel zo’n honderd man, blijft er een sfeer hangen alsof men een kerk bezichtigt, terwijl er een dienst aan de gang is.
Onwillekeurig maak ik voor mezelf de vergelijking hoe de situatie zou zijn als zich in Amsterdam iets dergelijks zou voordoen. De op en aanmerkingen zouden niet van de lucht zijn; de bekende stuurlui aan de wal zouden allemaal wel een steentje willen bijdragen om de operatie te laten slagen.
Hier heeft men nog respect voor iemand die zijn vak uitoefent; zeker als het een ambtenaar betreft, en al helemaal als hij ook nog een uniform draagt.
Wanneer het donker begint te worden en er alleen nog maar een lichtschijnsel in het water te zien is van de duiker, die onder het schip aan het werk is, arriveert er nog een auto van de brandweer met aanhanger.
De auto komt uit een grotere stad zo’n 60 kilometer verder op, en het betreft hier kennelijk een eenheid die verantwoordelijk is voor verlichting in noodgevallen. Kabels worden uitgerold en lampen worden opgesteld. Als alles in de juiste positie is geplaatst wordt een aggregaat aangesloten en gestart. Althans dat is de bedoeling...
Met geen mogelijkheid blijkt men het apparaat aan de praat te krijgen. Met steeds grotere verbetenheid beproeft de driekoppige bemanning om beurten zijn krachten, maar het wil maar niet lukken.
Na nog enige tijd met bougies en sleutels in de weer te zijn geweest, gaat er bij een van de mannen een lichtje branden. Met een brede grijns op zijn gezicht en een jerrycan in zijn handen komt hij uit de auto. Het aggregaat wordt met brandstof gevuld en start in één keer.
Als de lampen de haven in het volle licht zetten, blijkt dat de werkzaamheden aan het schip inmiddels zijn afgerond. De duiker en het grootste deel van het publiek zijn vertrokken.
De paar belangstellenden die nog over gebleven zijn produceren een schuchter applausje. De lampen en het aggregaat worden weer ingepakt en iedereen vertrekt tevreden naar huis..........