AZNAVOUR

We wisten eigenlijk niet zo goed, wat we er van konden verwachten. Je gaat natuurlijk wel naar een concert van een man van bijna 90.
Het begon allemaal wat ongemakkelijk. Tijdens het eerste nummer bleek al gauw, dat zijn oortje niet werkte, zodat hij zichzelf niet kon horen. Ook de autocue bleek niet te werken, wat, zoals hij zelf zei, heel lastig was. Vooral als je in vijf verschillende talen zingt, wil je af en toe nog wel eens je tekst op een scherm kunnen zien.
In zo’n situatie herken je de ware artiest. Aznavour ving het allemaal geweldig op. Terwijl een technicus een nieuw oortje aanbracht, waarvan de draden onder zijn colbert door moesten worden geleid, maakte hij schokkende bewegingen, alsof  hij een robot was die via een draad bestuurd werd. De verkoudheid die hem parten speelde, deed hij af met de opmerking, dat hij voor het zelfde geld makkelijk dood had kunnen zijn.
Nadat alle tegenslagen overwonnen waren, bleek waar deze kleine, grote man nog toe in staat was. Natuurlijk klonk zijn stem niet meer als dertig of veertig jaar geleden. Soms moest hij een nummer in een lagere toonsoort zingen. Zoals hij zelf zei, kon niemand hem dat kwalijk nemen, want hij had tenslotte de liedjes zelf geschreven. Maar wat een passie, wat een kracht en wat een prachtige teksten.
Hier stond niet alleen een groot zanger/entertainer, die al vanaf zijn 9e op de planken staat en in zijn leven ruim 1200 liedjes heeft geschreven, maar ook een stuk geschiedenis; iemand die opgetreden heeft met de grootste zangers en zangeressen van Frankrijk. Edith Piaf, Yves Montand, Frank Sinatra en vele anderen zongen zijn liedjes.
Hij heeft de tijd nog mee gemaakt, dat artiesten met elkaar in onverwarmde kamertjes leefden; dat er ondanks alle ellende nog vertrouwen in de toekomst was en ze elkaar troffen rond de kachel in een kroeg met een fles goedkope wijn.
Als hij La Bohème begint te zingen, kan ik het niet meer droog houden. Je weet soms niet, waar emoties plotseling vandaan komen. Zou het soms zijn omdat een man van bijna negentig met zoveel passie zijn liederen vertolkt en een zaal vol mensen, waaronder ook veel jongeren, weet te ontroeren.
Is het misschien heimwee naar een tijd van onvoorwaardelijke vriendschappen, of heeft het te maken met de tekst van het lied. die refereert aan een tijd dat mensen nog solidair waren; het leven vierden en bereid waren hun armoede te delen in de overtuiging dat het allemaal beter zou worden, en dat er nog geen minister-president was, die ons vertelde dat we een beetje risico moeten nemen en nu maar een huis of een nieuwe auto moeten aanschaffen en dat het dan allemaal wel goed zal komen.
Het zal wel van alles een beetje zijn………...