GEZELLIG


Er is geen woord ter wereld, dat zo veelzijdig is, als het Nederlandse woord "gezellig".

samen een film kijken is gezellig, buiten een sigaretje roken is gezellig, een kamer met bloemetjesbehang is gezellig, met vrienden een terrasje pikken is gezellig, de wachtkamer bij de tandarts is in de regel niet gezellig, tenzij je er leuke mensen treft, dan kan het plotseling weer heel gezellig worden. Mits op de juiste toon uitgesproken, kan het zelfs gebruikt worden, als iemand aan tafel een luide boer of erger laat.

Op You Tube, kwam ik een filmpje tegen, waarin de Nederlandse Ambassadeur in Canada gevraagd wordt, uit te leggen, wat nu eigenlijk "gezellig" betekent. Dit naar aanleiding van het feit, dat er in Ottawa een restaurant geopend is dat "Gezellig" heet. Je zou zo'n naam eerder verwachten bij een snackbar met frikadellen en ballen gehakt aan de Costa Brava. Maar goed, misschien klinkt de naam in Ottawa wel heel exotisch. Het is in ieder geval wel duidelijk, dat het een woord met vele mogelijkheden is, dat nauwelijks naar andere talen te vertalen is. Belangrijker is natuurlijk, wat mensen als gezellig ervaren.

 Hier in Frankrijk heb ik soms het gevoel, dat het gezellig samen zijn belangrijker is dan de entourage. Dat verklaart misschien ook wel dat er soms bankjes geplaatst worden met uitzicht op een blinde muur, terwijl je als je achterom kijkt het prachtigste landschap zou kunnen bewonderen. Prachtige huizen met uitzicht op troosteloze industrieterreinen zijn hier ook geen uitzondering. In restaurants bestaat het meubilair nog vaak uit formica tafels en stoelen, met daar boven, een T.L buis, want goed licht is belangrijk, en net als een televisietoestel, dat de hele dag aan staat, ergens op een plankje in een hoek onmisbaar.

Kort geleden, waren we weer eens in een restaurant, waar we zeker tien jaar geleden, voor de eerste en tevens laatste keer waren geweest. Het was toen net geopend. Er stonden wat formica tafels, de kale peertjes hingen aan de elektradraden aan het plafond, uit de keuken kwam het gekrijs van een baby dat je door merg en been ging, en de zaak hing vol rook, omdat er bij het bakken van spek, in de keuken, iets mis gegaan was. Gezellig is anders, dachten we toen. Maar omdat we vonden, dat je iedereen een kans moet geven, zijn we heel dapper in de rokerige ruimte gaan zitten. We waren samen met een ander stel, de enige klanten op dat moment, en omdat het nog even duurde voor er iemand uit de keuken kwam om ons te helpen, keken we elkaar maar zo'n beetje met verwonderde blikken aan, en besloten tenslotte zelf maar een paar ramen open te zetten om de rook te verdrijven. Uiteindelijk, bleek het eten niet eens zo slecht, maar als echte Hollanders, wil je toch ook wel een beetje gezelligheid, en dat was hier ver te zoeken.

Omdat er al geruime tijd een affiche in het dorp hing, waarop vermeld werd, dat er binnenkort in de betreffende zaak, varken aan het spit werd geserveerd, en we dat wel eens mee wilden maken, besloten we het samen met een paar vrienden nog eens te proberen. Deze keer was het gezellig druk in de zaak. De slager, de bakker, de loodgieter. Iedereen leek aanwezig.  Aan het interieur was weinig veranderd. Dezelfde formica tafels, en de kale peertjes hingen nog steeds aan het plafond.

We werden bediend, door een vriendelijk meisje. Ze was een beetje mollig en droeg een kort strak rokje, dat de neiging had omhoog te kruipen, waardoor ze het na elke paar stappen weer even naar beneden moest trekken. Niet zo handig, als je met volle borden in je handen, van de keuken naar de tafels moet lopen en telkens zo'n twintig meter af moet leggen.  Er dreigde onweer, en de lucht betrok, waardoor het al snel donker werd in de zaak. Het was onvermijdelijk, dat op een gegeven moment de lampen aan moesten. We vonden het niet erg, dat de verlichting boven onze tafel kapot bleek te zijn. We hadden naar ons idee ruim voldoende licht van de andere lampen,  Het dienstertje had daar toch ander ideeën over. Ze kwam al snel met een gloeilamp in haar hand aangelopen, vroeg ons de borden even opzij te zetten, klom via een aangeschoven stoel op tafel en begon de lampen te verwisselen. Terwijl wij met belangstelling de werkzaamheden boven onze hoofden volgden, dwarrelden er wat vlokjes stof naar beneden. Al met al, werd het toch nog gezellig.

 

DE VISSER


Vanmorgen was ik aan het werk in de tuin. Zoals gewoonlijk was het rustig in het dorp. De enige afleiding bood een visser, die aan de overkant van het Canal de l’Est zijn hengels had uitgelegd. Hij was uitstekend toegerust, want hij zat daar te midden van drie hengels, een leefnet en een paar koffers met onduidelijke toebehoren. Ook aan zijn kleding kon je zien, dat vissen voor deze man meer was dan een hobby. Hij droeg laarzen, een camouflage pak en hij had een grote paraplu bij zich, die zowel als bescherming tegen regen, als tegen de felle zon kon dienen. Kortom, hij was op alles voorbereid.

Desondanks, had hij tot nu toe niet veel succes gehad. Ik had hem regelmatig gade geslagen, maar volgens mij had hij in een paar uur tijd, nog geen visje gevangen. Hoewel ik helemaal niets met vissen heb, ben ik toch wel geïnteresseerd in de beweegredenen van mensen, die zich zo vol passie aan deze "sport" over kunnen geven. Omdat ik wat uit wilde rusten van het  werk in de tuin, en misschien ook wel, omdat ik, net als de visser, een reden moest hebben om zomaar wat te gaan zitten, besloot ik de man met zijn hengels wat beter te observeren.

Vanaf dat moment leek het, of er zich een film voor mijn ogen af speelde. Een "stomme" film uiteraard, want door de afstand kon ik niet horen wat er gezegd werd. Van rechts kwamen twee oudere dames. Ze liepen stijf gearmd en werden vergezeld door zo'n klein Fifi hondje. Je kent het wel, zo'n beestje dat een strikje in zijn haar heeft, omdat het anders steeds voor zijn ogen hangt. Ze waren duidelijk geïnteresseerd in de visser en wat hij allemaal uitgestald had, maar bleven op eerbiedige afstand staan, omdat ze intuïtief wel aan voelden, dat het hier om een serieuze zaak ging, waar ze niet bij wilden storen. De visser daarentegen, was blij met de afleiding  Hij haalde diverse attributen uit zijn koffer tevoorschijn en begon omstandig uit te leggen, waar ze allemaal voor dienden. De dames kwamen steeds dichterbij en werden zo in beslag genomen door de uitleg, dat ze niet in de gaten hadden dat het hondje, dat zich iets anders van de wandeling had voorgesteld, zijn lange lijn steeds verder om de benen van de dames wikkelde. Op die manier werden ze niet alleen geboeid door het verhaal van de visser, maar ook nog eens letterlijk, door hun eigen hondje.

Toen stopte er een auto. Er stapte een echtpaar uit. Ze hadden geen enkele belangstelling voor de visser, maar liepen rechtstreeks op het hondje en de vrouwen af. De twee vrouwen realiseerden zich op dat moment, dat ze door de lijn van de hond wel erg in hun bewegingsvrijheid beperkt werden en wisten zich met veel moeite en hulp van de nieuw aangekomenen te bevrijden, waarna ze samen met het echtpaar hun wandeling vervolgden.

Toen ze nog maar enkele meters van de plek verwijderd waren, ving de visser een vis. Geen grote, maar toch….

Hij keek nog even om naar het verdwijnende groepje mensen, maar die hadden alleen maar aandacht voor elkaar en voor het hondje.

Nadat ik weer aan het werk was gegaan, en even later opkeek, was de visser verdwenen……

WIJN


                       
Als we in Nederland met vrienden uit eten gaan, wordt mij vaak gevraagd om de wijn te proeven. Aangezien ik in Frankrijk woon, en daar zelfs enkele jaren druiven heb geplukt, word ik toch wel geacht om voldoende kennis in huis te hebben om de geboden wijn naar waarde te schatten. Ik heb daar altijd een grote hekel aan.
In Frankrijk ga ik het liefst naar een restaurant waar de wijn in van die gezellige mosterdglaasjes wordt geserveerd; bij voorkeur versierd met harten, schoppen of ruiten en waarin na afloop van de maaltijd de koffie met een flinke scheut sterke drank wordt geschonken. De waarheid is, dat ik maar heel weinig van wijn af weet. Als ik heel eerlijk ben, moet ik toe geven, dat ik eigenlijk maar twee soorten wijn ken. Lekkere en minder lekkere.
En dan wordt je in zo’n ongemakkelijke situatie gedwongen, waarbij je aan zo'n gesteven tafel met zo'n gesteven servet zit, met een glas zo groot als een zwembad van olympische afmetingen, en helemaal onderin dat bodempje wijn en alle ogen zijn op jou gericht, inclusief die van de ober, die de fles heeft ontkurkt, met een blik en omzichtigheid alsof hij zojuist de kluis van de Nederlandse Bank ontsloten heeft.
De enige manier, om zo'n marteling door te komen, is wat mij betreft, dat ik vooraf de nodige aperitieven naar binnen werk. Met een beetje geluk, kan ik dan de act opvoeren die van me verwacht wordt. Dan houd ik het glas tegen het licht en prijs de kleur, die van robijn- naar granaatrood neigt, wals het glas en snuif met welbehagen de verschillende geuren op. En vraag speciale aandacht voor het zweempje potloodslijpsel en een vage herinnering aan mest, waarbij ik een kort college geef. Daarin maak ik duidelijk, dat juist deze dissonanten hun eigenheid en karakter aan de wijn geven. Met een beetje geluk begin ik er zelf in te geloven en durf ik de vergelijking te maken met parfum, waar soms ook een druppeltje urine, of afscheiding van de anaalklier van de bisamrat wordt toegevoegd; of de zangeres, die dankzij dat braampje op haar stem nou net een gevoelige snaar weet te raken.
Vervolgens kijk ik mijn tafelgenoten aan, en als ik zeker weet, dat alle aandacht op mij gevestigd is, komt het moment suprême. Ik neem een voorzichtige slok, die ik gorgelend door mijn mondholte laat stromen. Maak met mijn mond een kauwende beweging, om de wijn kennis te laten maken met smaakpapillen, die voorheen nog niet met de wijn in aanraking waren geweest, en slik dan door. Even kijk ik in de verte, en projecteer op mijn netvlies een beeld van heuvels met eindeloze zon doorstoofde wijngaarden. Dan sluit ik nog even mijn ogen, en als de spanning bijna ondraaglijk wordt, open ik ze weer en geef met een knikje te kennen, dat het goed is.

Jullie begrijpen natuurlijk wel, dat dit allemaal maar verzonnen is, maar wat zou ik dit graag een keer overtuigend en zonder gêne willen doen. Eigenlijk schaam ik me wel een beetje, dat ik zo weinig van wijn af weet. Als je in Frankrijk woont, zou men op dat gebied, toch wel wat van je mogen verwachten.
Gelukkig las ik laatst in een enquête, dat 71% van de Fransen toegeeft weinig of niets van wijn af te weten. 26% volgens eigen zeggen genoeg en 3% zegt er veel van te weten.
Hieruit blijkt, dat het met het spreekwoordelijke chauvinisme van de Fransen wel mee valt.
Maar het belangrijkste is, dat ik met een gerust hart kan zeggen, dat ik me wat wijnkennis betreft met de gemiddelde Franse Jean met de alpino kan meten. 

 

DIERENLIEFDE



DIERENLIEFDE

 
Wanneer je in Frankrijk Nederlanders ontmoet, is het opvallend, hoe makkelijk je met elkaar in gesprek raakt. De afstand tot het vaderland schijnt het een stuk makkelijker te maken om onderwerpen aan te roeren die je thuis misschien nog niet eens met je naaste buren zou bespreken.
In een restaurant hier in de buurt, kwamen we een echtpaar tegen. We maakten een praatje, en binnen de kortste keren, waren we in een geanimeerd gesprek verwikkeld.
We wisten al snel, waar ze vandaan kwamen, waar ze vakantie hielden, en in wat voor auto ze reden.
Al gauw kwam het gesprek op de thuissituatie. Ze bleken twee kinderen te hebben, die nu bij opa en oma logeerden, een jongen en een meisje. Ze heetten Dolf en Mieke,  en ze waren er erg dol op. Dat kon je wel merken, want ze raakten er niet over uitgepraat, Ze waren zo lief, en ze konden zo leuk met elkaar spelen, en ze aten altijd hun bordje leeg. Kortom het waren ideale kinderen.
 
Nou ben ik altijd wat argwanend als mensen het over hun ideale gezinnetje hebben. Als je wat langer door praat, blijkt er toch vaak van alles mis te zijn. Dat bleek ook nu het geval.
Het meisje, zo vertelden ze, ging namelijk bij voorkeur bij vreemde mannen op schoot zitten. Toen ik vroeg hoe oud ze was bleek ze al 15 te zijn. Volgens mij een onwenselijke en zorgwekkende situatie, maar de ouders schenen het allemaal de normaalste zaak van de wereld te vinden. Toen ze ook nog vertelden, dat Dolf als er bezoek was altijd op de kast ging zitten, en de kinderen als ze hun behoefte moesten doen, naar buiten werden gestuurd, begrepen we, dat we zo snel mogelijk bureau jeugdzorg moesten bellen. Maar tegelijkertijd, begon er bij mij langzaam een lichtje te branden.
Wat was namelijk het geval, we hadden het al die tijd helemaal niet over kinderen, maar over twee katten gehad.
Ik voel me altijd wat ongemakkelijk als mensen over hun huisdieren praten alsof het kinderen betreft. Helemaal als ze ook nog gaan vertellen dat ze zo veel liefde geven. Naar mijn idee, ontbreekt het wat dat betreft bij veel dierenvrienden aan realiteitszin.  Een huisdier is blij als je thuis komt, zwaait met zijn staart of geeft kopjes omdat je het eten geeft of dat je een leider voor ze bent.
Nou moet ik eerlijk toe geven, dat ik ook wel eens tegen een huisdier praat, maar dan toch het liefst als er verder niemand in de buurt is. Als je echte liefde zoekt, dan kun je misschien beter een leuke kamerplant nemen. Die belast het milieu niet, geeft vaak mooie bloemen, en daar kun je ook tegen praten, terwijl die niet meteen als een gek om je heen gaat lopen rennen en met zijn bemodderde pootjes  tegen je op gaat staan.
In plaats van dieren allerlei menselijke eigenschappen toe te dichten, zou het misschien goed zijn, ons wat meer in de belevingswereld van de dieren zelf te verdiepen. Onlangs hoorde ik Middas Dekkers op de radio vertellen, dat wanneer een kat met zijn staart omhoog met zo’n grappig knikje aan het eind op je af komt lopen, het de bedoeling is, dat je z’n kontje likt. Als je nou echt iets voor je huisdier wilt betekenen…………
Je zou toch wat meer kennis van zaken verwachten, van mensen die zeggen echte dierenliefhebbers te zijn.
Wist je bijvoorbeeld, dat eenden die brood gevoerd krijgen, vaak al voor hun 5e levensjaar sterven, terwijl ze gemakkelijk 25 à 30 jaar zouden kunnen worden! Dan komt dat gezellige eendjes voeren, met je kinderen of kleinkinderen wel even in een heel ander licht te staan!
Brood is slecht voor eenden en uiteindelijk dodelijk. Ze worden dik en lui, en gaan uit verveling overmatig paren. De waterkwaliteit gaat achteruit omdat de eenden geen algen en waterplanten meer eten, en bovendien trekt de grote hoeveelheid brood ratten en ander ongedierte aan.
Bij ons in het dorp is een haven. Mensen uit een nabij gelegen straat kwamen daar dagelijks de eendjes voeren. De eenden hadden snel door, waar het brood vandaan kwam en waggelden al gauw de straat in. Toen er jonge eendjes geboren waren, kwam de hele familie aan de deur voor brood, tot groot vermaak van de bewoners.
Op een morgen vond ik de twee ouders dood gereden in de straat. De jonge eendjes heb ik nooit meer gezien. Dierenliefde kan soms bizarre vormen aannemen!

 

 

PROBLEMEN


Toen ik onlangs van Nederland naar Frankrijk reed, luisterde ik in de auto naar het programma ‘Vroege Vogels’. Daarin werd melding gemaakt van een onderzoek waaruit bleek, dat bij mensen, die een paar dagen in een mooie natuurlijke omgeving hadden doorgebracht, zonder telefoon en computer, de creativiteit en het probleemoplossend vermogen met maar liefst 40% zou zijn toegenomen.
Het zou zelfs zo zijn, dat je met het kijken naar een mooie foto van de natuur al een paar procent kunt winnen.
Kijk, daar kan ik nou wat mee. Dat geeft mijn verblijf in Frankrijk toch een extra dimensie. Niet zo zeer omdat ik bij mezelf nou zo’n een groot probleemoplossend vermogen waarneem, maar als je er vanuit gaat, dat het oplossen van een probleem begint met het erkennen van het probleem, dan ben ik toch al een heel eind op de goede weg.
Problemen zijn er genoeg, dus er is altijd wel iets om over na te denken. Vorig jaar kon ik me nog erg druk maken over het feit dat de wereld zou vergaan. Gelukkig ging dat niet door. Er is wel weer een nieuwe datum gepland, maar dat schijnt nog even te duren. Maar ja, als het ene probleem opgelost is, komt het volgende al weer om de hoek kijken.
Zo stond ik vanmorgen onder de douche en kon ik met geen mogelijkheid ontdekken hoe ik het dopje van de shampoo los moest krijgen. Toen ik dacht dat het eindelijk gelukt was, bleek dat ik het stuk getrokken had. Het grootste gedeelte van de shampoo verdween in de douchebak, en het restant was niet uit het flesje te krijgen, omdat het van te hard materiaal was gemaakt. Nu we het toch over douchen hebben. Op de radio hoorde ik, dat een wethouder ‘Ergens in Drenthe’ de inwoners van zijn gemeente heeft opgeroepen om voortaan onder de douche te plassen. Dat zou water besparen. Nou heb ik grote bewondering voor mensen die proberen een probleem op te lossen, maar dit is natuurlijk de grootst mogelijke onzin.
Sommige mensen moeten vaak plassen. Stel je toch eens voor, dat je dan elke keer onder de douche moet gaan staan. Dat kost toch alleen maar meer water.
Om mezelf te realiseren, hoe fijn ik het in Frankrijk heb, en ook wel een beetje uit leedvermaak, luister ik af en toe naar de Nederlandse verkeersinformatie. Altijd weer een groot probleem. Nederland is soms één grote file. Iedereen lijkt wel onderweg te zijn. Allemaal druk, druk, druk.
De laatste keer dat ik in Nederland was, kwam ik ook in zo’n file terecht. Naast me stond een man in driedelig grijs. Hij had een mobiel aan zijn oor en met zijn andere hand rommelde hij tussen de papieren in zijn diplomatenkoffertje. Bij gebrek aan avontuur in zijn leven had hij zich een 4 wheel-drive aangeschaft, compleet met schijnwerpers, mistlampen en een buffelvanger.
Ik vind dat zo primitief allemaal. In zo’n geval kan ik niet anders doen, dan de vergelijking te maken met een inboorling met een enorme peniskoker. In beide gevallen willen ze de indruk wekken meer in huis te hebben dan in werkelijkheid het geval is.
Wie of wat heeft mensen er toch toe gebracht om te geloven, dat je gelukkiger wordt van veel bezit en hard werken.
Zou dat verhaal van Adam en Eva dan toch waar zijn, dat God ze uit het paradijs gejaagd heeft met de opdracht: “In het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten”.
Ik kan me haast niet voorstellen, dat het op die manier gegaan is. Ik denk eerder, dat het bedoeld is om ons een en ander een beetje duidelijk te maken. God is natuurlijk ook niet gek. Die heeft ons zelf gemaakt, dus die weet heus wel welk draadje hij in onze hersens door moet knippen om ons te laten denken dat je van hard werken gelukkig wordt.
Waarschijnlijk zijn we nog steeds in het paradijs, maar is ons vermogen om dat te zien ontnomen.
Nou Eva, je wordt in ieder geval nog hartelijk bedankt hoor, en dat allemaal voor een appel.

Ik zie dat het al weer half een is. Tijd om te eten. Door al dat denken is de tijd omgevlogen. Aan oplossing van de problemen ben ik nog niet toe gekomen. Vanmiddag moet ik dit allemaal eerst maar eens opschrijven. Dan begin ik morgen aan al die klussen, die hier nog in en rondom het huis moeten gebeuren. Het schijnt, dat je van hard werken minder gaat denken………….

 

SAAI


                                                      
Als ik 's morgens in het dorp mijn dagelijkse broodje ga halen, ontmoet ik altijd wel iemand, waar ik even een praatje mee maak.
Soms kom ik meerdere bekenden tegen, en dan kan een boodschap die normaal gesproken een kwartier in beslag neemt, wel eens een uur of langer gaan duren.
Als ik dan thuis kom heb ik soms Frans, Engels, Nederlands en een enkele keer Duits gesproken. Want in ons dorp, wonen mensen van verschillende nationaliteiten. Nou wil ik niet de indruk wekken, dat ik al die talen zo perfect beheers, maar het gaat meestal over eenvoudige onderwerpen, zoals het weer, het hout voor de kachel en de kleine roddels uit het dorp, en in die gevallen, kan ik me meestal wel aardig redden.
Een enkele keer ben ik zelfs nog langer onderweg.
Zo wandelde ik laatst over de Rue du Canal, toen ik uit een van de huizen daar een mevrouw uit het raam zag klimmen. Ze zat op de vensterbank en probeerde met een voet op de rugleuning van een bankje te gaan staan dat voor haar huis stond, om op die manier, uiteindelijk, via de bank op de straat terecht te komen. Omdat ze niet goed kon zien, waar ze haar voet neer zette en de rugleuning nogal smal was, en de betreffende vrouw al wat ouder, was ik bang dat ze zou komen te vallen en bood ik haar mijn hulp aan.
Nadat ik haar min of meer van het vensterbank had getild, wat gelukkig niet al te veel problemen op leverde, omdat het maar een heel mager vrouwtje betrof, was ik toch wel nieuwsgierig geworden, waarom ze op deze ongebruikelijke manier haar huis wilde verlaten.
Zoals jullie misschien wel weten, verstoppen  Fransen zich 's avonds en 's nachts graag achter luiken. Dat geeft ze een veilig gevoel. Vaak zit er ook nog een rolluik voor de voordeur en de nieuwste trend is momenteel om die elektrisch bedienbaar te maken. Maar ja, wat te doen, als plotseling de stroom uit valt, wat hier toch wel regelmatig voor komt, dan zit er niets anders op, dan je huis via het raam te verlaten.
Het begrip veiligheid krijgt in zo'n geval toch een heel andere dimensie.
Toen ik na deze reddingsactie mijn weg vervolgde en even verderop mijn avontuur aan een kennis vertelde, werd ik alweer geroepen voor een volgend noodgeval. Het was een vrouw die een naburig huis bewoonde. Ik kende haar wel, want ik maakte af en toe een praatje met haar.
Ze drong aan, dat ik snel moest komen, en toen ik bij haar de keuken binnen stapte trof ik een wonderlijk tafereel aan. Er lag een man languit in de keuken die kennelijk niet goed geworden was.
Met zijn hoofd was hij in een breimandje terecht gekomen en aan weerszijden van zijn hoofd stak een breipen omhoog, zodat het leek of een buitenaards wezen op aarde was neergedaald en via deze antenne contact met de ruimte moest onderhouden. De gelaatskleur van de man was op dat moment grijs groen, wat die indruk nog versterkte.
Toen ik bij hem neer knielde en een beetje tegen hem praatte, gingen zijn ogen open en begon hij langzaam bij te komen. Na hem op een stoel geholpen te hebben, vroeg ik of het niet verstandig was om een dokter te bellen, maar daar wilde hij niets van weten. Het stelde allemaal niets voor en hij had iets dergelijks al eerder gehad. Na het drinken van een borrel zou hij weer helemaal de oude zijn! Dus dat hebben we maar gedaan. En het is nog een gezellig uurtje geworden.
Toen ik naar huis liep, had ik twee borrels op, maar van ontbijten was het nog steeds niet gekomen.  Gelukkig luidde de klok alweer twaalf uur, dus tijd voor het middageten. De tijd vliegt. Sommige mensen denken wel eens, dat het hier saai is. Hoe bedoel je saai?